Snorkelen, zwemmen met dolfijnen en Bali verkennen

21 mei 2022 - Ubud, Indonesië

Toen we ons laatste verhaal online zetten, waren we net aangekomen bij ons hotel op Gili Air. Inmiddels zijn we al 2 hotels verder, spijtig genoeg was het internet bij de vorige hotels zo matig dat we geen filmpjes konden uploaden. En stiekem hebben we het zo erg naar ons zin dat de reisblog een beetje naar de achtergrond verdwenen is. 🙈🙈

Na aankomst op Gili Air hebben we direct de keuken van het hotel getest (want de kamer was nog niet klaar), en deze voldeed met vlag en wimpel aan onze kwaliteitseisen: heerlijke koffie, sapjes, snacks en maaltijden. Bovendien heeft het hotel een eigen stukje strand aan de “sunset”-zone van het eiland, perfect! De Gili-eilanden staan bekend om hun mooie stranden, snorkelmogelijkheden en perfecte plekjes om van de zonsondergang te genieten. We zijn ook nog een stukje over Gili Air gewandeld. Het eiland is niet groot: je kunt er met zo’n 1,5 uur omheen lopen. Na een klein stukje houden we het voor gezien, want afgezien van de zuid/westkant van het eiland is het uitgestorven. Veel tentjes zijn gesloten door de pandemie. Gelukkig hadden wij alle voorzieningen bij de hand in het hotel. 

Strand bij het hotelZonsondergang

Op 15 mei om 07:30 worden we voor de deur opgehaald door 2 heren op een bootje voor onze snorkeltour: in 2 uur varen we rond Gili Meno en maken we 3 stops om te snorkelen over koraal, heel veel vissen en een onderwatertempel en te zwemmen met zeeschildpadden. Super tof om deze grote, wilde dieren van zo dichtbij te zien. We konden ze zelfs aanraken, zo dichtbij waren ze. Onze gids liet nog even zijn freediving-skills zien en maakte een tof filmpje met onze gopro. Na terugkomst bij het hotel zijn we neergeploft op een strandbedje en hebben we lekker gerelaxed, gezwommen, gedut en gegeten.

Snorkeltour

16 mei was alweer de volgende verhuisdag: we vertrokken naar Lovina, een dorpje in aan de noordkust van Bali. Via het hotel konden we nog een boottocht boeken (dat bleek lastiger dan gedacht omdat er minder boten varen dan voor corona en de Gili-eilanden toch heel populair zijn onder het relatief kleine aantal toeristen). We vertrokken rond 11:15 en kwamen uiteindelijk iets na 18:00 aan in Lovina. Pfoe! We hebben snel wat gegeten bij de Warung van de buren en zijn ons bedje ingedoken.

Op 17 mei meldden we ons om 08:00 bij het dolfijnenstandbeeld op Pantai Lovina voor onze dolfijnentour. We hebben er bewust voor gekozen om dit niet bij zonsopkomst te doen maar ietsje later, omdat het blijkbaar zo ‘s ochtends heel druk kan zijn. Dit wordt bevestigd door onze kapitein Madé, hij gaf aan dat er 1-2 uur eerder maar liefst 100 boten ronddobberden. Na ongeveer 20 minuten varen zien we dat dat rond half 9 een stuk minder druk is, er varen nog maar een handjevol boten. Al snel zien we de dolfijnen van dichtbij, grote groepen van in totaal tenminste 50-100 dolfijnen! Super gaaf om te zien. ‘s Ochtends trekken ze richting zee (vanaf de kust) om een visje te scoren, en na hun maaltijd zwemmen ze in een rustiger tempo weer richting kust voor een dutje. 😉 In tegenstelling tot wat je zou denken voelen ze zich niet opgejaagd door de bootjes, als ze het te druk vinden duiken ze gewoon wat dieper onder water. Nog een voordeel van het latere tijdstip: door de kleinere hoeveelheid boten zwemmen de dolfijnen iets rustiger. We mochten zelfs “met de dolfijnen zwemmen”, wat in dit geval inhield dat we ons stevig moesten vasthouden aan een soort schommel die in het water hing, terwijl de kapitein achter de dolfijnen aanging. Na 1,5 uur ronddobberen, dolfijnen bewonderen, een kopje koffie en pisang goreng (gebakken banaan), keren we terug naar het strand. Een korte stop om te snorkelen bewijst dat er hier nog veel meer vissen zwemmen dan bij Gili Meno. 

DolfijnenstandbeeldZwemmen met de dolfijnenDolfijnentour

Na de dolfijnentour lopen we Lovina nog even door en drinken we een kopje koffie bij een lokaal tentje. We keken wel even gek op toen we “Onderweg” voorbij hoorden komen op de radio. Blijkbaar is dat nummer hier super populair geweest, te raar. 18 mei breekt aan en het is tijd om naar onze laatste verblijfplaats te trekken: Ubud, het “spirituele centrum” van Bali. Kapitein Madé blijkt een man van vele talenten en scheurt met het grootste gemak de stijlste en meest kronkelende bergpaadjes op, en dat terwijl de regen is losgebarsten en het weggetje steeds meer op een rivier gaat lijken. Deze keer met een auto, in plaats van een boot. Om te voorkomen dat je het verkeerde beeld krijgt. We stoppen onderweg bij de bekende Handara gate en Pura Ulun Danu Bratan, een watertempel hoog in de Balinese bergen. Gelukkig stopt het met regenen precies als we aankomen bij de watertempel, wat een geluk. Na een wandeling door de tuinen van het tempelcomplex trakteren we Madé op een linch en scheuren we door richting Ubud. Op suggestie van de chauffeur/kapitein/man die alles kan stoppen we nog bij een koffieplantage voor een koffie- en theeproeverij, en om de befaamde Kopi Luwak te proberen. Dit is de duurste koffie ter wereld, doordat de koffiebessen worden opgegeten door wilde civetkatten, die ze vervolgens weer uitpoepen. De uitgepoepte bonen worden verzameld, uitgebreid gereinigd, de vliesjes worden erafgehaald en tot slot wordt de koffie nog gebrand. Minder vies dan het klinkt: het ruikt gewoon naar koffie. De smaak is heel anders, veel milder dan we gewend zijn van een bakkie pleur. Toch zijn we niet om, met een prijs van zo’n €200-€300 per kilo. Na deze laatste stop rijden we door naar ons hotel, deze valt goed in de smaak! 

Handara gateWatertempelKoffie- en theeproeverij

Op 19 mei hebben we Ubud te voet verkend: we zijn naar het Monkey Forest geweest, waar we de wilde aapjes die je hier overal ziet van dichtbij konden bewonderen. Daarna zijn we het stadje doorgewandeld, hebben we een drankje gedaan bij een café, de Saraswati-tempel van de buitenkant bewonderd, de markt van Ubud overgestruind en uiteindelijk teruggekeerd naar het hotel. Deze dag hebben we wel genoeg stappen gezet. 

Ontbijt in UbudMonkey forestSeraswati-tempel

Omdat de andere dingen die we willen zien en doen wat verder weg zijn, huren we op 20 mei voor 4 dagen een scooter. Allereerst vertrekken we naar Penglipuran (een authentiek Balinees dorp) en Tegallalang (wereldberoemde rijstterrassen). We belanden bij Tegallalang tot onze enkels in de modder en besluiten daarna maar even uit te rusten bij een restaurant in de buurt, waar we gelukkig even onze handen en voeten mochten wassen. Wat een vies gevoel is dat, op je bloten voeten door de modder. Ik ben blij dat we snel zijn omgekeerd, want we waren zeker niet bovengekomen zonder dat Ramons witte shirt onherkenbaar was geworden…

PenglipuranPenglipuran 2TegallalangZwembad bij het hotel

Ramon wilde nog heel graag een lokale pencak silat-docent vinden. Dat blijkt lastiger dan gedacht, veel clubs zijn gesloten en geven geen lessen meer als gevolg van de pandemie. Daarom zijn we vandaag een heel eind naar het zuiden gecrosst, richting Nusa Dua. Het is gelukt, morgenochtend van 8-10 mag hij meetrainen. Dat betekent wel dat we vroeg ons bed uit moeten, want het is zo’n 1,5 uur rijden…. Jikes! Maar goed, je moet er wat voor overhebben. Na even gechilld te hebben op het strand van Nusa Dua zijn we teruggereden en hebben we heerlijk gegeten onder het genot van livemuziek. Een heerlijke dag zo! Nu zijn we moe. Ramon ligt al te tukken, en ik ga zijn voorbeeld maar volgen, want de wekker gaat over 5,5 uur. Slaap lekker alvast allemaal!

Foto’s

2 Reacties

  1. Piet:
    22 mei 2022
    Weer een mooi verslag. Jullie moeten wel heel veel energie hebben voor wat jullie allemaal ondernemen.
    Heel mooi dat jullie dat met ons delen.
    Geniet nog van jullie laatste dagen op Bali !!
  2. Joyce Nagel:
    24 mei 2022
    Wat een mooie reis maken jullie! Geniet er nog van de laatste dagen en een goede terugvlucht!